Passen met 3 tallen

Een leuke start van de training is drie oefeningen met drietallen. Je hoeft weinig te organiseren en je hebt snel de vaart er in (heb je spelers over maak daarmee dan viertallen). Meerwaarde ten opzichte van tweetallen is dat de spelers zich meer moeten concentreren om de pass goed te geven.
Wil je het vaker gebruiken geef dan zoiets als dit een naam bijvoorbeeld 3 keer 3. Na twee trainingen hoef je dan alleen nog maar 3 keer 3 te roepen en iedereen weet wat er van hem/haar verwacht wordt...

1. Twee aan de ene kant, 1 er tegenover. Nummer 1 van het tweetal de bal, passt naar de tegenover hem staande nummer 2. Loopt direct achter zijn pass aan. Twee naar 3, loopt achter zijn pass aan, 3 naar 1 loopt achter zijn pass aan. Begin klein en maak langzaam aan de tussen afstand groter. Je kunt beginnen met pushen, flatsen, slaan uit de loop, backhand etc. Laat de ontvanger aangeven waar hij de bal wil hebben (oogcontact voor de pass).

2. Opstelling in driehoek. Zorg dat de passer steeds 2 afspeel mogelijkheden heeft, dus er moet er steeds 1 lopen om die te creëren. Passer zorg dat je steeds goed indraait, voetenwerk dus.

3. Twee met bal (nr 1 en 3), tegenover 1 zonder bal (nr 2). Nr 1 passt naar nr 2 die snel terug passt naar nummer 1. Zondra nr 2 de bal terug passt naar nummer 1 speelt nummer 3 naar nummer 1, die terug passt naar nummer 3. Zodra nr 2 passt naar 3 speelt nummer 1 nr 2 aan. Nummer 2 staat dus steeds onder druk. Bombardement. Het is zaak dat nr 1 en 3 snel passen, zodat nr 2 steeds snel moet aannemen en snel terug moet passen. Doe het op tijd bijvoorbeeld 1 minuut en dan door wisselen. Je kunt dat dan weer 3 keer herhalen....