OEFening 26 september

De volgende OEFening heeft veel aspecten in zich, waar je de accenten wilt leggen bepaal je als trainer zelf. Wat zit er allemaal in?
* verdedigen in ondertal
* aanvallen over een zijkant
* looplijnen aan bal en aan helpkant
* conditie
* trainen van uit vaste positie
* juiste keuzes maken
* achterlangs spelen, spel verleggen
* snel handelen
* scoren
* omschakelen
* ..........

Je zet als trainer een vak uit met vier pilonnen. In de tekening hieronder aangegeven door het blauwe vlak. Je mag geen bal door het vlak heen passen, oftewel je moet eerst breedte maken wil je richting doel kunnen.

Er zijn zes (rode) aanvallers tegen vier (groene) verdedigers met eventueel een groene keeper.
Wij hebben dus bij rood een voorhoede en een middenveld.
Bij groen een laatste vrouw een links en rechtsachter en een voorstopper die bij de middenlijn staat.
Bij de spits liggen een aantal ballen (in het blauwe vlak).





Het spel start doordat de spits de bal terug speelt naar 1 van de middenvelders. Op het moment dat een middenvelder de bal aanneemt mogen de verdedigers in actie komen.

De voorstopper probeert haar positie snel te veroveren. De linker en rechter verdediger verdedigen aan de binnenkant en indien mogelijk proberen ze voor de man te komen voor een interceptie.
De aanval wordt over rechts of links opgezet.







In dit geval wordt de aanval over rechts opgezet. Zorg dat er variatie over de verschillende vleugels geoefend wordt en achterlangs, het spel verleggen kan natuurlijk ook prima.

Zodra de bal naar rechts gaat, loopt de rechtsvoor de hoek in om de pass langs de lijn te ontvangen. De rechtsmidden sluit aan om eventueel de pass terug te ontvangen, wanneer de rechtsvoor niet achterlangs de cirkel kan binnenkomen, omdat deze wordt dicht gezet door de verdediger.
De spits gaat naar de stip, de midmid naar de kop van de cirkel in dit geval wat aan de rechterkant van het midden. De links voor gaat naar de tweede paal aan de linker kant voor de tip in. De links midden komt op de kop links van het midden van de cirkel.


Dat ziet er ongeveer zo uit:

De aanval kan zich verder ontrollen door de bal snel te passen, de cirkel te penetreren, een voetje te zoeken voor een strafcorner in ieder geval moet het overtal snel uitgespeeld worden. De verdedigers proberen natuurlijk een doelpunt te voorkomen...

Waneer de bal in het doel of over de achterlijn gaat, moeten alle spelers direct terug sprinten naar de middenlijn. Hebben de verdedigers de bal onderschept dan sprinten de aanvallers terug naar de middenlijn. Dit is conditioneel en een bewust omschakelingsmoment! De verdedigers worden dus beloond wanneer ze de bal onderscheppen en anders gaan allen direct terug naar de middenlijn.
Wanneer er gescoord wordt of de bal gaat over de achterlijn dan gaat iedereen snel terug naar de middenlijn.

Wanneer de trainer een signaal geeft neemt iedereen snel weer de uitgangspositie in (figuur 1). De spits brengt de bal zo snel mogelijk weer met een pass naar het middenveld in het spel en de volgende aanval start.

Wanneer de verdedigers de bal hebben onderschept dan staan ze natuurlijk "relaxed" de aanvallers op te wachten.